Van jonge mensen de dingen die nog komen

Je bent jong. Dan wil je niets liever dan zo snel mogelijk volwassen worden. Maar: je wilt op alles zijn voorbereid. Je neemt geen enkel risico. En dus pleeg je grondig onderzoek.
Negen onverschrokken jonge acteurs ondernemen een dappere poging om vat te krijgen op hun toekomst. Ze willen weten hoe het zit met de mensen, de dingen, het leven, de liefde en de dood. Ze pakken de zaken grondig aan. Grote Nederlandse dichters zijn hun gids: J.C. Bloem, Cees Buddingh, Johnny van Doorn, Neeltje Maria Min en K. Schippers. Ze komen er achter dat niets is wat het lijkt. Dat de waarheid meerdere kleuren heeft. En dat terwijl de wereld zo eenvoudig leek.

Speellijst

Wie doen er mee?

spelers Iliane Andringa, Mees van den Bergh, Sjoerd Blom, Pieter Boonstra,Tim Helderman, Len Pillen, Renée Rijpstra, Wessel de Vries, Nuria Zantman
regie Trudie Lute
regieassistentie Wendy Viel
decor Marlies Schot
kostuums Marike Kamphuis
lichtontwerp Gé Wegman
techniek Marcel Smidt en Ben Vrielink
marketing Antine Zijlstra
publiciteit Rozemarijn Strubbe
productie Joukje Rondaan
administratie Henny Postma
artistieke en zakelijke leiding Hilde Mulder

Pers

– De Nederlandse poëziecanon wordt flink aangesproken. De jonge acteurs geven er prachtig vorm aan. Ze maken de gedichten niet alleen verhalend, maar brengen ze ook tot leven. Productiehuis Meeuw heeft weer een kunststukje afgeleverd: voor deze jonge mensen zullen er nog veel dingen komen. – Friesch Dagblad

– De acteurs spelen met het licht, het decor en met elkaar. Ze staan zelfverzekerd op de vloer, zijn aan elkaar gewaagd, versterken elkaar, met charisma en overtuiging. Ze verbeelden sensuele zoenerij en kalverliefde. Ze zijn indringend en bijna angstaanjagend in hun scène over de dood. Met deze voorstelling brengt de Jeugdtheaterschool een ode aan de Nederlandse poëzie. – Leeuwarder Courant

“Dichten tot je buiten adem bent” (FD 1 december 2011)

’n Meeuw brengt ode aan de poëzie’ (Leeuwarder Courant 1-12-11)

’Meeuw’ heeft laten zien wat voor mooie dingen je met gedichten kunt doen”. (HC 2 februari 2012)